Muze
Bestaat ze?
Jazeker.
In het hoofd van menig kunstenaar.
Dichter en schrijver.
Aan haar en voor haar schrijf je.
Voor veel vrouwen, althans voor mij is het altijd een vrouw,
is het een eer. (Muze uit de Griekse mythologie was ook een vrouw).
Soms ook het tegenovergestelde want ben je altijd in de stemming voor
dat verheven gekrakeel?
Ik betwijfel het.
Voor de schrijver is het soms ook een heimelijk genoegen als het onderwerp
van je schrijven, je muze, het zelf niet weet.
Tevens is het buitengewoon frustrerend want eigenlijk wil je haar reactie.
Haar applaus.
Of haar afkeuren.
In ieder geval wil je zien dat het haar wat doet.
Eigenlijk doet het er niet toe.
Want zij zorgt voor je stof tot schrijven.
Als je over, voor haar schrijft,
ben je even verliefd.
Althans ik wel.
Vlinders in mijn buik zorgen voor de mooiste hersenspinsels.
En zij?
Zij wordt als maar mooier en onbereikbaarder.
Ik raak als maar meer vertwijfeld.
Mijn pennenstreken, toetsenbord, steeds heftiger, emotioneler.
Wanneer komt haar verlossende woord?
Misschien wel nooit.
En ben ik gedoemd tot eeuwig schrijven tot haar,
mijn muze…