Dankbaar
Ik liep vanmorgen door de velden langs de maas.
De dauw, lichte sluiers mist over de landerijen.
Een frisse nieuwe dag met vanuit oosten de zon in mijn gezicht.
Pepper rent uitgelaten door het hoge gras.
Gôh hij komt zowaar als ik fluit.
Iemand met een enorme blaffende hond.
Goede morgen!
De overbuurman doet de “piepers” uit.
Moet lukken van de winter mompelt hij.
Ik steek de sleutel in het slot.
Ruik de koffie.
In een flits ruik ik het ziekenhuis.
Ik slurp aan de hete koffie.
Dacht aan de koffie op het dakterras van het St.Maartens kliniek.
Dezelfde zon vanuit het westen boven de Waal op mijn gezicht.
Het blijft een deel van mij.
Pepper kwispelt.
Een glimlach op mijn mond.
Ik leef.
Ik ben dankbaar.