Stuk
Ik ken hem sinds mijn jeugd.
De trotse politieagent van ons dorp.
Zoals hij verscheen en verdween ook weer uit mijn leven.
Toen jaren later op een begrafenis van zijn vriendin.
Een zeer bijzondere vrouw.
Zoals hij wel eens plachte te zeggen: ze heeft haar “eigenaardigheidjes”
maar ze is lekker mijn “wijf”.
Ze reisden samen over de wereld.
Bezochten samen verre landen.
Proefden, beleefden het leven.
Toen na jaren in een ver land zag ik hem weer, hij leidde “zijn” zoon naar het altaar.
Onzeker, hij was niet meer die hij was.
Het jonge paar zei het ja woord tegen elkaar in een vreemde taal in een vreemd land.
Hij, een vreemde in een vreemd lichaam.
Geen connectie meer in het hier en nu.
Och, zei hij, ben een beetje depressief.
Ik mis haar verschrikkelijk.
Mij kwam slechts één woord:
Stuk…….