Trots en identiteit
De film “Der Untergang” (Hitlers laatste dagen) zag ik laatst weer voor de 2e keer.
Bruno Ganz vertolkt hier Hitler op een meesterlijke wijze.
Ik krijg steeds een bijzonder ‘naar’ gevoel van deze film.
Ik kan het niet plaatsen.
Ik zou er toch juist een goed gevoel van moeten krijgen hoe een van de grootste
misdadigers van deze wereld ‘zijn’ ondergang vindt?
Is het dan de sfeer die de film uitademt?
Dat fatalistische?
De dood?
Of is het dat onbegrijpelijke vaste geloof wat mensen kunnen hebben in een bepaald mens
en zijn ideologie?
Het is ook niet te vatten zoiets als: een vader en moeder, de familie Goebels, hun kinderen
ombrengen en vervolgens zichzelf.
Je eigen kinderen vermoorden wegens een “onbenullige” ideologie???!!!
Het druist tegen elke menselijke waarden en normen in!!!
Soms denk ik dat die Nazimisdadigers mooi hun straf zijn ontlopen door zelfmoord te plegen of te vluchten naar het buitenland.
Door de film werd ik mij bewust dat dat niet het geval was.
Ze hadden voor hen de meest erge denkbare straf reeds gehad.
Ze zijn hun “trots” verloren.
Hun identiteit.
Gekrenkt worden in je trots of je identiteit te verliezen is erger als de dood.
Krampachtig hebben zij geprobeerd in hun laatste dagen dat in ere hoog te houden.
Hun trotse rituelen verwerden zo tot een uiterst zielige vertoning.
Trots is niet definieerbaar.
Het is een soort “oergevoel”.
Ik begrijp nu waarom de film mij zo’n ‘naar’ gevoel geeft.
Mijn hersenletsel heeft mij mijn “trots”, mijn identiteit ontnomen.
Alle “vernederingen” die een man kan ondergaan heb ik ondergaan.
Fysiek, emotioneel en maatschappelijk.
Door de film begreep ik opeens waarom ik slechts een van de weinige ben die zo’n ernstig letsel
goed heeft kunnen doorstaan.
Mijn gekrenkte trots en verloren identiteit…