Un Gelato al Limon
De man waar ze tegen op zag.
Hij die bepaalde wat mooi, wat lelijk was.
Wat goed, wat slecht was.
Steeds willen voldoen aan dat beeld.
Zijn beeld.
Verwrongen tot haar ideaal.
Ze wilde hem behagen,
steeds weer bang niet goed genoeg te zijn.
Een kind zo onschuldig verloor het kind zijn.
Te jong om volwassen te zijn, te oud om kind te zijn.
Een oude grijze man achter een vleugel.
Hij speelt “Un Gelato al Limon”, “Un Gelato al Limon”.
Zou ze een citroenijsje met hem eten?
Slechts om hem te behagen.
Niet voor zich zelf.
Geen lof.
Slechts misprijzen.
Als kind kon ze geen citroenijsje eten.
Nu als vrouw zou ze een citroenijsje met een man willen eten.
Maar ze heeft nooit geleerd.
“Un gelato al Limon”, “Un gelato a Limon”.
Geen misprijzen.
Wel liefde.
Kom eet met hem,
“Un Gelato al Limon”, “Un Gelato al Limon”…