Oase
Uitgeput van hoger en dorst kwam de reiziger in de oase aan.
De oase gaf hem fris water uit haar bronnen en vijgen van een oude boom.
Blij met haar gast vertelde ze hem verhalen.
Verhalen over prinsen en prinsessen uit andere werelden.
Werelden die hij niet kende.
Hij luisterde en zij leidde hem aan haar hand door haar wereld.
Zo totaal verschillend van de zijne.
De werelden kwamen steeds dichter bij elkaar,
om samen te smelten in een oerknal.
Gelukkig en tevreden vertrok de reiziger na enige tijd,
de oase achterlatend in haar eenzaamheid.
Steeds weer onderging de reiziger de barre tocht door de woestijn naar de oase.
Om haar frisse water, de zoete vijgen, te luisteren naar haar verhalen.
Het was een soort drie eenheid van totaal geluk.
Deze eenheid bracht de reiziger in betovering.
Maakte hem zo gelukkig zoals hij nog nooit is geweest.
Op een dag zei de oase: “blijf”.
“Blijf en koester je zijn, je lichaam en geest bij mij, in mij”.
De reiziger wist dat dit het einde zou betekenen.
Het einde van de betovering.
De betovering gebroken door het zwaard van Damocles met zijn sleur en middelmatigheid.
Heb geduld met me en geniet van het moment, zei hij.
De reiziger vertrok.
Na maanden reizen door de woestijn kwam de reiziger terug bij de oase.
Geen water, geen vijgen.
Och de oude vijgenboom had ze verkocht aan een handelsreiziger in vijgen.
Hij bracht haar zo nu en dan ook water want haar bronnen waren opgedroogd.
Hij bleef ook als ze dat wilde.
Nee haar verhalen deden hem niets.
Concessies doen aan haar streven naar “quality time”?
Jij komt toch af aan toe.
Toch?