25 keer
Vlinders in je buik vertelde de vreemdeling.
Kolder in je kop.
Je verlaat huis en haard voor dat nieuwe,
spannende, ongewisse.
Toch eigenlijk gewis.
Want niets veranderd.
Ik, ja.
De vlinders zijn nu dood.
Ik wilde dat ik 25 keer de Maas over gezwommen was.
Maar is er een weg terug?
Na 25 keer ben je nog steeds aan de overkant.
Alleen nu moe.
Maar je wilt terug.
De afstand is nu te groot.
De tijd is mijn vijand.
Grijs.
Maar ook mijn vriend.
Doel.
Er is geen plaats voor dualisme.
Slechts het zijn in het hier en nu.
Ik wil alleen lief hebben.
Ik wil alleen troost om het verlies.
Spijt?
Ja.
Nee.
Een land verloren maar een wereld gewonnen.
25 keer…